Een nieuw doel najagen. Maar waarom?

Hamsterrad. Waarom ga je niet gewoon op pianoles?

‘Maartje?’

‘Hm, wat?’

 

We liepen een rondje om het meer en Marly moest stoom afblazen. Over haar medewerker, die meer ambities dan kwaliteiten heeft. No judgement! Oké, wel judgement.

 

Marly zei: ‘Ze wil een functie die we niet hebben. Ze zou ons ervan kunnen overtuigen dat ze het in zich heeft. Maar in plaats daarvan loopt ze de kantjes eraf en zoekt ze ruzie met collega´s.

 

En weet je? Als we de onhandige aanpak van Marly’s medewerker buiten beschouwing laten, dan begrijpen we haar wel. Heel goed zelfs.

 

Wij hebben zelf ook jaren gebuffeld om vooruit te komen. Ik zie mezelf nog tot laat werken om de deadlines te halen van de volgende supermarktcampagne. En de website controleren, elke zaterdagavond om 23 uur.

En die website-controle, 's avonds laat aan de telefoon.

 

Tomeloze ambities

 

Het gesprek verschoof van Marly’s assistente naar onze eigen ambities en ik zei: ‘Kijk dan hoe goed we het hebben. We hebben een toffe baan, zijn gelukkig getrouwd en hebben een stel kinderen waar we achterlijk trots op zijn. Waarom moet jouw praktijk dan nog steeds groeien, Marly? En waarom ontwikkel ik workshops als ik niet méér kan schrijven?

 

Wanneer is het genoeg?’

 

Ik keek naar een eend die op het water dreef. We lopen op ons tandvlees, dacht ik. Al die speelafspraken, onze fitnessregimes, het huishouden en ons werk. Die ene extra visite die we er nog even bij proppen. Of dat artikel over alternatieve eiwitbronnen. En nog steeds willen we meer.

We zitten op een berg geld, en nog steeds willen we meer.

 

Waarom?

 

‘Zodra we het ene doel behalen, richten we ons op het volgende,’ zei ik. ‘Het is gewoon een reflex. Waarom stappen we niet uit de rat race voor we opbranden?’

 

Een oudere dame wandelde voorbij. Ik groette haar en vervolgde: ‘Komt het door de studiebeurs, dat we ons verplicht voelen om carrière te maken? Dat lijkt me geen reden om zo te blijven jagen. En trouwens, hebben we die schuld niet allang afbetaald?’

 

‘Ik denk dat het in onze cultuur zit,’ antwoordde Marly. ‘Mijn moeder heeft me altijd ingeprent hoe belangrijk het is om financieel onafhankelijk te zijn. Zij moest stoppen met werken toen ze trouwde. Ze wilde dat ik mijn eigen beslissingen kon nemen.’

 

‘Dus het feminisme van de jaren 60 en 70 heeft het systeem in gang gezet waar wij nu in vastzitten? Als jouw moeder haar baan had kunnen behouden, hadden wij de rust gehad om naast ons werk pianoles te volgen? Of Arabisch te studeren?

 

In gedachten gezonken liepen we verder. De uitleg voelde niet goed. Het is te gemakkelijk om het feminisme de schuld te geven. Aan de andere kant, onze partners lijken geen last te hebben van doorgeslagen ambities. Mijn man werkt graag in de tuin. Marly’s man vindt het leuk om vogelhuisjes te bouwen met zijn dochters. Waarom zijn Marly en ik doordeweeks dan zo druk dat we in het weekend niet verder komen dan uithijgen?

 

We waren weer terug bij de parkeerplaats.

 

‘Laten we volgende week weer gaan wandelen,’ stelde ik voor. ‘We zijn nog lang niet klaar met dit onderwerp.’

‘Ja, goed idee.’

‘Oh ja, en je medewerker?

‘Wat is daarmee?’

‘Doe maar aardig tegen haar. Als zij een beetje op ons lijkt, dan heeft ze nog een lange weg te gaan.’

 

Marly glimlachte, stak haar duim op en opende de auto. ‘Tot volgende week, meis.’

Sterke vrouw. Gaat het om onze identiteit?

Meer dan financiële onafhankelijkheid

 

In de dagen erna bleef ik nadenken over onze discussie.

 

Mijn moeder had wel doorgewerkt nadat mijn broertje en ik waren geboren. Toen wij op de middelbare school zaten, heeft ze bovendien nog een opleiding gedaan. Ze is trots, die moeder van mij, zowel op haar zelfstandigheid als op haar professionele status.

 

Is dat het dan? Gaat het over onze identiteit? Heeft de strijd voor gelijkheid en zelfwaardering van onze moeders bij ons geleid tot een gevoel dat alleen huisvrouw-zijn niet goed is? Het zou verklaren waarom wij carrière moeten blijven maken om tevreden te kunnen zijn.

 

Ik zuchtte. Kon ik mijn vrije tijd maar doorbrengen zoals die eend op het water. Maar tegen de tijd dat ik kan ontspannen, ben ik waarschijnlijk net zo grijs als de dame die ons voorbij kwam wandelen.